Aan de Veenweg is een bescheiden maar veelzijdig tuinhuis gerealiseerd. Het volume ligt verdekt in de tuin en vormt de begrenzing aan de Zuid- Westzijde van de rijk beplante tuin en verzacht de afscheiding naar de naastgelegen kavel. Door een lichte constructie en de hoge mate van transparantie gaat het tuinhuis natuurlijk op in de tuin.
Het smalle volume is opgedeeld in drie zones; tuinhuis, tuinkamer en veranda. Elke zone reageert op een andere manier op de tuin. De dichte kopgevel aan de Zuid-Oostzijde markeert het eindpunt van het slingerend tuinpad. Dit deel wordt gebruikt voor praktische tuinwerkzaamheden of overdekte kluswerkzaamheden. Het middendeel is de tuinkamer. Deze kamer is volop georiënteerd op het gazon en kan één met de tuin worden door de pui achter de kolommen helemaal open te schuiven. Deze kamer wordt gebruikt als tuinkeuken. Als beëindiging van het volume is aan de Noord-Westzijde is een koele plek in de vorm van een veranda gemaakt.

Het tuinhuis is gefundeerd op een betonnen plateau. De betonplaat vangt de lichte glooiing in het gazon op waardoor aan de Noord-Westzijde door het hoogteverschil een zitrand ontstaat. Het naar de tuin aflopende lessenaarsdak is met diverse soorten sedum beplant en zet de tuin op het dak als het ware voort. Het sedumdak wordt gedragen door een slanke houten kolommenstructuur. De kolommen vallen soms samen met de houten of glazen invullingen of komen soms vrij te staan waardoor het volume op meerdere plekken doorwaadbaar wordt.